Voorontwerp Nota Ruimte: ‘Er zijn keuzes nodig’

25-06-2024

Minister Hugo de Jonge heeft namens het hele kabinet het voorontwerp Nota Ruimte naar de Tweede Kamer gestuurd. Het voorontwerp is een eerste ruimtelijke vertaling van de opgaven voor Nederland richting 2050, met een doorkijk naar 2100.

Het benoemt keuzes en geeft richting voor te maken keuzes over grote opgaven die allemaal om ruimte vragen, van landbouw en natuur tot woningbouw, economie en energiezekerheid. In het voorontwerp zijn diverse voorwaarden voor succes beschreven. Een daarvan is het beschikbaar hebben en stellen van actuele en toegankelijke data en het stimuleren van ontwerpend onderzoek. Zicht op Nederland dus.

Minister Hugo de Jonge: “De boodschap van dit voorontwerp is glashelder: niets doen is geen optie en er zijn keuzes nodig.”

Rechtvaardige keuzes

Het voorontwerp bevestigt de 3 breed gedragen principes voor een rechtvaardige verdeling van de ruimte:

  • Recht doen aan volgende generaties: niet afwentelen. Keuzes moeten niet zorgen voor het afschuiven naar volgende generaties of andere gebieden.
  • Recht doen aan schaarste: meervoudig ruimtegebruik. Waar mogelijk moeten functies slim en met kwaliteit worden gecombineerd.
  • Recht doen aan eigenheid: gebiedskenmerken centraal. Beschermen en benutten wat er is en toevoegen wat past bij de waarde en het karakter van het gebied

3 bewegingen

De opgaven waar Nederland voor staat zijn gebundeld in 3 ‘bewegingen’ die onderling sterk verbonden zijn en worden in het voorontwerp ondersteund met kaartmateriaal:

  1. Beweging naar een toekomstbestendig evenwicht tussen landbouw en natuur
    We willen dat de landbouw een sterke sector blijft en dat de kwaliteit van onze natuur verbetert. Daarvoor moeten we landbouw en natuur meer met elkaar verweven. En we moeten landbouw en natuur meer aanpassen aan de fysieke condities in een gebied. Daarbij moeten we zorgvuldig omgaan met landbouwgrond, om ervoor te zorgen dat we voldoende ruimte houden voor de landbouw.
  2. Beweging naar een klimaatneutrale en circulaire samenleving
    Om een sterke economie en onze energievoorziening ook in de toekomst te garanderen, moeten we energie besparen en energie zoveel mogelijk lokaal opwekken. In een sterke en circulaire economie moeten we in regio’s vraag en aanbod dichter bij elkaar brengen en bestaande werklocaties en milieuruimte intensiever benutten, wat vervoersstromen en ruimtegebruik beperkt. En we moeten nationaal functies clusteren en infrastructuur bundelen. De 5 haven- en industrieclusters (bijvoorbeeld Rotterdam of Chemelot) zijn hierin belangrijke schakels.
  3. Beweging naar sterke regio’s, steden en dorpen in heel Nederland
    We willen dat de demografische groei in alle regio’s in Nederland zo wordt ingepast dat nieuwe woningbouwlocaties in balans worden ontwikkeld met voldoende werklocaties en goede bereikbaarheid. We zetten daarom in op het versterken van ruimtelijk-economische ontwikkeling in regio’s in het oosten, noorden en zuiden van Nederland. Per regio zijn verschillende ontwikkelrichtingen. Zo stimuleren we de groei van regio’s als Groningen, Twente en Zuid-Limburg en richten we ons in regio’s als Zeeland en Friesland op het versterken van de leefbaarheid en beschikbaarheid van voldoende woningen en voorzieningen.

Water en bodem

De kwaliteit van ons water- en bodemsysteem werkt door in alle ‘bewegingen’ en beïnvloedt de te maken ruimtelijke keuzes. Dat geldt niet alleen voor landbouw en natuur, maar ook voor de woningbouwopgave of voor de industrie en bedrijven. De beschikbaarheid van drinkwater en zoetwater komt steeds meer onder druk te staan en klimaatverandering zorgt voor meer weersextremen met periodes van wateroverlast en grote droogte. Dit vraagt om acties om de robuustheid van ons land te versterken.

Randvoorwaarde: Zicht op Nederland

In het voorontwerp zijn diverse randvoorwaarden beschreven om het samenspel tussen overheden, markt en samenleving en tussen beleid en uitvoering succesvol te laten verlopen. Deze randvoorwaarden zijn vooral het beschikbaar hebben en stellen van kennis en actuele en toegankelijke data en het stimuleren van ontwerpend onderzoek. Werken op basis van wetenschappelijke analyse, ontwerp en data maakt dat het beleid zich naast politieke en maatschappelijke prioriteiten ook baseert op onderzoek, verbeelding en feiten. De scope van het omgevingsbeleid vraagt om een goede organisatie van het lerend vermogen van Rijk en andere bij het omgevingsbeleid betrokken partijen om tot een daadwerkelijk adaptieve en uitvoerbare nota ruimte te komen.

Zie ook

 

Bekijk ook

 
 
 
Cookie-instellingen